Op pad met de goedlachse en energieke Thymen de Heer
Door Titia Tijmstra
Door Titia Tijmstra
Wij van Fort aan de Klop zijn gek op dieren, maar van sommige dieren wórden we gek. We zijn dol op onze geiten en kippen. We kunnen bijna niet wachten tot de schildpadden ontwaken uit hun winterslaap en komen zonnen op het vlot dat we voor hen hebben gemaakt. We zijn blij met verrassingsbezoekjes van een ijsvogel of een groep lieveheersbeestjes. We respecteren de rust van de vleermuizen in onze kelder. We vinden het prachtig als er een buizerd bij ons neerstrijkt. Maar toch zijn er dieren waar we níet blij van worden.
Soms moeten we met lede ogen aanzien hoe mollen het gras omwroeten. Niet dat we mollen geen schattige diertjes vinden – begrijp ons niet verkeerd – maar die hopen in ons gazonnetje vinden we niet fijn. Als de mollen zich weer eens uitleven in de fortwallen, weten we wat ons te doen staat: meneer De Heer bellen. En dan volgt een ritje naar Harmelen om De Heer op te halen.
Mollenvangen is zijn lust en zijn leven. Thymen de Heer uit Harmelen, 80 jaar inmiddels, doet het al ruim 25 jaar. Hij verdient er zelf geen cent aan, alle opbrengst van de mollenbestrijding schenkt hij aan Stichting Goud in Kockengen. Deze stichting financiert er landbouw- en andere projecten mee in Roemenië. Ik ben benieuwd naar het verhaal van onze mollenvanger en besluit hem een bezoekje te brengen.
Als ik de auto parkeer op de oprit bij het huis van De Heer, belt er net een dame aan. ‘Ik kom straks wel even bij je langs’, hoor ik De Heer roepen en de vrouw vertrekt. Na een hartelijke ontvangst schuif ik aan de keukentafel bij meneer en mevrouw De Heer. Terwijl ik nip aan een kopje hete thee, vertelt De Heer honderduit.
Hij woont al zijn hele leven in Harmelen en is melkveehouder geweest. Als hij op de boerderij last had van mollen, ving hij ze zelf. Nu helpt hij anderen bij het bestrijden van mollenoverlast. Dat doet hij vol enthousiasme, hij vindt het fijn om buiten te zijn én het is goed voor zijn sociale contacten. Bovendien levert het geld op voor het goede doel. ‘Dus het is een win-win-win situatie’, lacht hij. ‘Alleen voor de mollen is het misschien wat minder’.
Voor een klus in de buurt pakt De Heer zijn elektrische fiets. Gaat het om een mollenprobleem verder van huis, dan laat hij zich ophalen en weer thuisbrengen. ‘Ik heb een hekel aan autorijden, vooral op plaatsen waar ik niet bekend ben’.
Als ik vraag hoe het vangen van mollen nou precies gaat, beginnen de ogen van De Heer te glimmen: ‘Kom maar mee, dan laat ik het je zien’. Blijkt dat de dame die eerder aan de deur was last heeft van mollen in haar tuin. De Heer trekt zijn overal en laarzen aan, pakt zijn fiets, roept: ‘Rijd maar achter mij aan!’ en weg is hij…
En zo zie ik meneer De Heer even later ondergrondse gangetjes zoeken en klemmen plaatsen. Na de laatste klem lopen we terug naar de eerste. ‘Jammer, er zit nog geen mol in. Dat zou wel leuk zijn geweest voor het verhaal. Ik heb weleens binnen 10 minuten beet gehad, maar meestal duurt het langer’.
De Heer en zijn vrouw kijken graag het tv-programma “Wie is de Mol?”
Wie hij denkt dat de mol is?
‘Ik verdenk Jan’.
De klus is gedaan. Bij het afscheid steek ik mijn hand uit. Vanwege vieze handen krijg ik de pols van De Heer aangeboden, die ik wat onhandig schud. Ik stap in de auto en wil achteruit de weg op draaien. Daar duikt De Heer weer op. ‘Er is hier veel verkeer. Ik kijk wel even of je veilig de weg op kunt’. In de achteruitkijkspiegel zie ik hem zwaaien. Wat een zorgzame mollenvanger hebben ze in Harmelen.
Thymen de Heer heeft tijd voor meer klussen in de omgeving! Wij brengen je graag met hem in contact.