Inrichting en renovatie

Het fortterrein

Ons fort in zijn huidige vorm is in 1849 aangelegd. Rondom het Wachthuis ligt 2 hectare aan grond, omringd door verdedigingswallen. Deze werden beplant met een meidoornhaag: de wortels hielden de wal intact en de planten vormden een natuurlijk prikkeldraad. Op sommige plekken staat deze heg nog steeds. Bijvoorbeeld bij de dierenweide en achter de graswal. Op andere plekken zijn de struiken teruggesnoeid (de oorspronkelijke ‘defensiehoogte’ was ± 1.20 meter) of geheel verwijderd. Hierdoor is het fort weer zichtbaar vanaf de gracht.

Vroeger stonden op ons terrein ook populieren, een typisch militaire aanplant. De snel groeiende bomen dienden als camouflage. Helaas hebben deze bomen de genetische aanleg om takken af te stoten, en gingen ze sneller achteruit dan verwacht. Uit veiligheidsoverwegingen zijn de populieren gekapt. Andere aangeplante bomen, die van afstand de indruk moesten wekken dat er een bosje stond in plaats van een fort, zijn in al eerder verdwenen.

De gebouwen

Op ons fortterrein staan zeven gebouwen, aangeduid met de letters A t/m G. En hoogstwaarschijnlijk zal hier weinig aan veranderen. De gebouwen, behalve loods A en het kleine gebouwtje G, hebben namelijk een monumentale status.

Het Wachthuis toen

Het bomvrije wachthuis (aangeduid met de letter B) is gebouwd om bescherming te bieden in oorlogstijd. Op de begane grond waren de keuken, het officiersvertrek en vier geschutruimtes. Midden in het wachthuis zit een druipkoker. Op het dak werd regenwater opgevangen, wat gefilterd werd door de zandlaag die ter extra bescherming op het dak lag. Op die manier zouden er in geval van belegering drinkwater altijd drinkwater zijn. In de kelder waren de kruitruimte en de verblijven voor de soldaten.

Het bakstenen gebouw bleek bij oplevering in 1851 al vrij snel niet ‘bomvrij’ te zijn. Er was nieuwe munitie ontwikkeld, waardoor het fort een betonnen kraag kreeg voor meer bescherming. Bij veel andere forten is nog een laag aarde aangebracht om de bakstenen constructie om de impact van inslagen op te vangen. Dit is op Fort aan de Klop nooit gebeurd.

Het Wachthuis nu

De renovatie begon in 2004. Het dak en de afwatering zijn hersteld en de barsten in het cement gedicht. Ramen, deuren en metselwerk werden opgeknapt. De begane grond van het wachthuis werd ingericht als theehuis. In de kelder komen geen mensen meer, want hier overwinteren vleermuizen. Deze twee verdiepingen zijn van elkaar geïsoleerd en hebben verschillende klimaten. Hierdoor blijft de beschermde vleesmuishabitat gehandhaafd.

Rondom het fort liep vroeger een gracht met ophaalbrug. Na de Tweede Wereldoorlog stond er een camouflerende ring van populieren. Uiteindelijk zijn de bomen gekapt en is een nieuwe ‘droge gracht’ gegraven om het beeld van vroeger weer op te roepen.

Terug naar ‘Van fort naar horecaonderneming’